Sociaal energie tariefpremie voor bewoners van appartementen en serviceflats ! 

De federale regering heeft een nieuwe wet goedgekeurde die een sociaaltariefpremie invoert voor collectieve installaties. De premie heeft betrekking op gas, elektriciteit en warmtenetten.

Het is een driemaandelijkse premie die vanaf medio 2024 toegekend kan worden aan mensen, die recht hebben op de sociaaltariefpremie voor energie én die wonen in een appartementsgebouw, serviceflats met collectieve verwarmingsketel en/of één elektriciteitsaansluiting. Voordien kon men niet genieten van een premie, omdat deze bewoners geen individueel energiecontract af konden sluiten. De voorwaarde is wel, dat de bewoner zelf zijn energie betaalt via een afrekening of factuur aan de verhuurder. Uiteraard moet men  een aanvraagprocedure volgen.

De beheerders van collectieve installaties (eigenaars, syndici, gebouwenbeheerders) moeten alle collectieve aansluitpunten aanmelden bij de FOD economie. De beheerders krijgen vervolgens een unieke code, die men doorgeeft aan de bewoners, die hiermee, als men in aanmerking komt de sociaal tariefpremie kan aanvragen.

VVSG communiceerde in augustus 2024 aan de lokale besturen om gebouwen – onder hun beheer –  met collectieve meters, zoals assistentiewoningen of huurwoningen, reeds in augustus ’24 te registreren. Dit omdat bewoners op tijd hun aanvraag konden indienen, om geen premiebedragen te missen.

Deze relatief nieuwe mogelijkheid in de wetgeving roept volgende vragen op:

• wil de stad een actieve rol opnemen om eigenaars van appartementsgebouwen (eventueel via de syndici) te sensibiliseren om de sociale energiepremie mogelijk te maken voor hun huurders.
• heeft de sociale woonmaatschappij de woonboog reeds ingespeeld op deze mogelijkheid ?
• en, neemt onze welzijnsvereniging in deze een voortrekkersrol op ?
  Concreet: heeft Orion een aanmelding gedaan van collectieve energievoorzieningen bij de FOD economie en werden bewoners van de flatjes (die in aanmerking komen) op de hoogte gesteld dat men een sociaal energiepremie kan aanvragen ?

Stiptheid van treinverbinding naar Turnhout laat te wensen over!

Genk en halte NoorderKempen lieten zich in de media horen over het gebrek aan stiptheid van de treinverbinding. Het NMBS-station in Genk was in 2024 met een  stiptheidspercentage van 75,7% het minst stipte treinstation van het land.
In Turnhout is het met een stiptheidspercentage van 81.2 % niet veel beter.
1 trein op 5 komt dus laattijdig toe!
Eén van de redenen van de minder stipte treinverbinding naar beide centrumsteden (Turnhout en Genk)  is gelijkaardig: slechts 1 spoor op het einde van het traject.
Bovendien ligt Turnhout op het eind van een lijn.

Vraag is hoe de NMBS tegen ten laatste 2027 een stiptheidscijfer van 90,6 procent, zoals bepaald In het openbaredienstcontract met de federale overheid zal halen.
Voor de bereikbaarheid van onze stad is in ieder geval een forse verbetering dringend nodig!

In het verleden bestempelde NMBS dat de stiptheid van de lijn Turnhout-Brussel-Binche als een belangrijk zorgenkind is.  Het is dan ook verbazingwekkend dat bij de nieuwe dienstregeling die inging op 15 december 2024 het knooppuntensysteem (doorknippen van treinlijnen en het voorzien van een overstap) niet toepast wordt voor deze lijn.

Een treinverbinding met een vertrekkende trein in Brussel (i.p.v.) Binche met eindhalte in Turnhout zou er alleszins voor zorgen dat de trein stipt vertrekt in Brussel en de stiptheid van de treinverbinding naar Turnhout verbetert.

Aan de hand van deze vaststelling pleiten we om:

• Vanuit het stadsbestuur een stevig signaal geven aan NMBS om maatregelen te nemen om de stiptheid van de treinverbinding naar Turnhout substantieel te verbeteren ?
• Om infrastructureel de aanleg van een dubbel spoor te bepleiten in het meerjarenplan van de NMBS
• Aan te dringen om treinverbinding Turnhout-Binche te knippen in Brussel.

Volgt het bestuur deze standpunten en wil het bestuur met NMBS een structureel overleg opstarten ?

Proactieve uitrol laadpalen voor elektrische wagens over het Turnhoutse grondgebied

In het kader van het duurzaamheidsbeleid maakt Turnhout de omslag om het gebruik van  fossiele brandstoffen te verminderen. Vandaar dat de beleidsoptie binnen de Stad Turnhout genomen werd om de transitie naar milieuvriendelijke elektrisch aangedreven wagens te ondersteunen. Hiervoor dienen voldoende laadpunten voor elektrische voertuigen geplaatst worden op publiek toegankelijke locaties.

De maand januari is de maand van het autosalon, waarbij de verkoop/aankoop van elektrische voertuigen sterk gepromoot wordt. Meer en meer mensen schakelen stilaan, zowel met een bedrijfswagen als een privéwagen over op elektrisch rijden.
Vraag is of de uitrol van de laadpaal-infrastructuur over onze stad voldoende mogelijkheden blijft bieden om op het publiek domein wagens op te laden ?

De Vlaamse kaart vanuit MOW (mobiliteit en openbare werking) met alle (semi-)publieke laadpalen in Vlaanderen vertoont voor Turnhout nog blinde vlekken m.b.t. de spreiding van de laadpalen over de stad.
Onder meer  in het Schorvoort zijn er nog geen werkende publieke laadpalen. Bewoners vragen zich af wanneer de geïnstalleerde laadpalen gaan werken en hoeveel extra publieke laadpalen er bijkomen. Bovendien stelt men de vraag  of de laadpalen voor de elektrische deelauto’s in afwachting van bijkomende laadpalen op bepaalde momenten gebruikt zouden kunnen worden om hun wagen op te laden. De deelauto’s blijven continue aangesloten op de laadpaal en kunnen hierdoor niet gebruikt worden voor privéwagens.

Graag hebben we een antwoord op volgende vragen:

• Is er een actueel overzicht van het gebruik van elektrische wagens door onze bewoners en bedrijven?
• Volgt de snelheid voor het plaatsen van de laadpalen het ritme van de omschakeling naar elektrisch aangedreven wagens? Dit zowel voor de privé-aanvragen als de aanvragen voor publieke voor oplaadmogelijkheden.
• Is er een planning om proactief bijkomende (semi-)publieke laadpalen te plaatsen en wat is desgevallend de timing voor de uitrol ervan?
• Bewoners vragen zich af wanneer de geïnstalleerde laadpalen in het Schorvoort gaan werken en hoeveel extra publieke laadpalen er bijkomen.
• Kunnen bij huidige lacunes in bepaalde zones van de stad de laadpalen voor de deelauto’s gebruikt worden (uiteraard als de deelwagens volledig opgeladen zijn)?

Wil de stad Turnhout de verdoken verhoging van rioleringsbelasting met 25 % wel ?

Stad Turnhout zette de hakken in het zand tegen een tariefverhoging van het drinkwater.

De gemeenteraad besliste tijdens de zitting van november ’24, op voorstel van TIM,  niet akkoord te gaan met een tariefverhoging van het drinkwater met 25 %.
Blijkbaar stonden we als stad alleen met dit standpunt en besliste de algemene vergadering van Pidpa om de verhoging door te voeren.

De pidpa factuur bevat niet alleen de kostprijs van het water. De rekening bevat  eveneens een bovengemeentelijke bijdrage voor het zuiveren van het water en een gemeentelijke bijdrage voor de afvoer van het water: een mooie formulering voor rioleringsbelasting.

Het effect van de verhoging van het drinkwatertarief met 25 % trekt zich door naar de rioleringsbelasting voor de stad, die eveneens verhoogd met 25 %. Dit is een aanzienlijke component van de totale pidpa waterfactuur.

De door de stad ongewenste verhoging van het drinkwatertarief betekent een ongewenste belastingverhoging. De heffing voor afvoer van huishoudelijk afvalwater is immers gebaseerd op de kostprijs van het drinkwater. Deze verhoging is gebaseerd op een besluit van veel jaren terug om de maximale heffing te hanteren. Er blijft evenwel  de mogelijkheid om een heffingspercentage of bedrag met een gemeenteraadsbesluit vast te leggen.

Vandaar volgende vragen aan het bestuur:

• Hoe is tijdens de algemene vergadering van pidpa gereageerd op het standpunt van de stad om einde legislatuur geen fundamentele verhogingen van het drinkwatertarief door te voeren?
• Wat zal een dergelijke verhoging betekenen voor de meer inkomsten voor de stad van de gemeentelijke afvoer van water ? (een grootteorde op basis van verbruik van 2023 of 2024)
• Wil men het onbedoeld effect van de bijkomende verhoging van de waterfactuur voor onze inwoners milderen door de heffing op basis van het drinkwatertarief aan te passen?

Graag al een aanpassing van de dienstenbelasting?

De TIM fractie ondersteunt de ambitie van het bestuur om een single korting in te voeren.
De schepen gaf aan, dat het wat en hoe en over hoeveel korting verdere uitwerking vergt. Onze fractie vraagt om bij deze oefening de definities “single”, “alleenstaanden”, “alleenwonende” te verruimen naar éénoudergezinnen.

TIM pleitte reeds in 2021 voor “Een meer rechtvaardige algemene dienstenbelasting”. Het voorstel was enerzijds om de forfaitaire dienstenbelasting aan te passen zodat alleenstaanden de helft betalen van een gezin.  Dit viel toen in dovemans oren en ons voorstel werd weggewuifd.
We begrijpen dat dit een financiële oefening is, die opgenomen wordt in een globale strategie om een “singel korting” toe te kennen.

Bijkomend stelde we voor om de definities “alleenwonende” en “gezin” te wijzigen.
In het huidig reglement voor de dienstenbelasting is een tarief voor alleenwonenden (40 euro) en voor een gezin (60 euro) bepaald.   
Twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven worden als gezin beschouwd.
Hier knelt het schoentje.
Een single die alleen woont betaalt 40 euro dienstenbelasting.
Een single mama of papa met een kindje, wonen uiteraard met twee samen en betaalt bijgevolg 60 euro.  Dus, een alleenstaande mama of papa met een kindje, die uiteraard meer uitgaven heeft,  betaalt meer dienstenbelasting dan een single zonder kinderen! Dit vinden we een anomalie in het reglement.

We wachten geduldig op  de globale financiële oefening mbt tot de singel korting, maar herhalen ons voorstel om de definitie “alleenwonende” te herformuleren naar alleenstaanden en alleenstaanden met kinderen. 
Op die manier wordt een single met of zonder kinderen alvast eenzelfde bedrag aangerekend voor de dienstenbelasting.

Onderschrijft het bestuur het principe om singles en single ouders (inwonend en minderjarig kind(eren))  op eenzelfde manier te belasten ?

Is het bestuur bereid om bij één van de volgende gemeenteraden alvast een aanpassing van de dienstenbelasting in die zin voor te leggen ?

Is innovatieve klimaat robuuste maatregel oorzaak van  natte kelders in de Nonnenstraat ?

Met trots berichtte het stadsbestuur over de toekenning van de FEBE Award, een appreciatie  die toegekend werd aan de stad Turnhout door de federatie van de betonindustrie.

‘We zijn ontzettend trots dat onze stad erkend wordt voor zijn innovatieve en klimaatrobuuste oplossingen. Wij waren de allereersten die Fluvioblokken gebruikt hebben in het openbaar domein. Dit is een duurzame en uitstekende oplossing voor straten die kampen met wateroverlast. Bij de heraanleg van andere straten zullen we in de toekomst dan ook telkens overwegen of we met de Fluvioblokken een verschil kunnen maken voor onze inwoners’. Gaf schepen El Yakhloufi aan.

De nieuwe toepassing van Fluvioblokken en waterdoorlatende bestrating en fundering zorgen ervoor dat er in de Nonnenstraat 330m³ water per hectare ter plaatse geïnfiltreerd wordt.

Op zich, is dit op het eerste zicht een goede aanpak voor het vervangen van oude rioleringen bij de heraanleg van straten. Ware het niet dat bewoners van de Nonnenstraat, na de wegenwerken geconfronteerd werden met natte kelders, allicht door stijging van het grondwater. 
Een situatie die zich in het verleden ook voordeed na wegenwerken in andere straten, waar de oude (gemetste) riolering vervangen werd door een klassieke nieuwe riolering.

De schepen gaf aan  dat de Fluvioblokken een verschil maken voor onze inwoners. Is dat zo?
De kosten voor het  aanbrengen van extra waterdichting van de kelders van bewoners  zijn zeer aanzienlijk. Ook dat maakt een verschil voor onze inwoners!

Wat is het effect op de stijging van grondwaterdruk in een straat op de kelders van mensen bij de toepassing van een klassieke of innovatieve regenwaterafvoer?

Het lijkt ons aangewezen om een evaluatie te maken vooraleer de beleidslijn te trekken om de nieuwe “innovatieve” infiltratiemethodiek systematisch toe te passen bij wegen- en rioleringswerken.

Is het bestuur hiertoe bereid ?

Is het verstandig om fietsers te verplichten om op de rijweg te fietsen in de Fonteinstraat ?
Schepen Boogers gaf eind vorige legislatuur aan om in de Fonteinstraat een zone 30 in te voeren en fietsers te verplichten op de rijbaan te rijden.
Het gemengd fiets- en voetpad, afgescheiden van de rijbaan zou te veel conflicten geven, zo was de argumentatie.

Vanuit bewoners krijgen we op dit voornemen heel wat reacties. Zij hebben van conflicten tussen fietsers en voetgangers geen weet.
Bovendien geeft men aan dat het fietsen op de weg eerder voor gevaar en conflicten met wagens zal zorgen. Met de woonontwikkelingen in het Noorden zal het gebruik van het nu al drukke autoverkeer in de Fonteinstraat enkel maar toenemen. Er wordt ingeschat dat gemengd fiets/autoverkeer, zeker op de asverspringingen in het wegprofiel voor gevaar zal zorgen.
De visie om fietsers op de rijbaan te laten fietsen, werd niet getoetst of besproken met de bewoners van de Fonteinstraat noch met de wijkwerking.

Vandaar dat we vanuit de TIM fractie volgende vragen voorleggen aan het bestuur:

• Zijn er gegevens of metingen die staven dat er een conflict is tussen voetgangers en fietsers op het gemengd fiets- en voetpad?
• Wordt de visie behouden om fietsers te verplichten om op de rijbaan te rijden?
• Is het bestuur bereid om hierover een participatietraject op te starten, met bewoners/gebruikers van het fietspad, vooraleer, desgevallend, een beslissing aan de gemeenteraad voor te leggen?